In het hebreeuws heten de spijswetten de ‘kasjroet’. In de Tora zelf staat niet geschrevenwat je wel en niet mag eten, maar wat er wel duidelijk in staat is dat je geen onreine dieren mag eten. Joodse mensen eten alleen koosjer. Eten is koosjer als de dieren rein zijn.

Rein betekend onder andere:

-           Dieren herkauwen en gespleten hoeven hebben

-           Vissen schubben en vinnen hebben

-           Vogels graan en/of planten eten

-           Eieren en melkproducten mogen gegeten/gedronken worden                  als:

   De melkproducten van ‘reine’ dieren komen, de eieren van                    ‘reine’ vogels komen.

Dieren die onrein zijn, zijn onder andere:

-           Roofvogels

-           Katachtige

-           Reptielen

-           Kameel

-           Varken

-           Paard

-           Haas

-           Paling

-           Garnaal

-           Kreeft

Bij het slachten van een dier gebruiken Joden een uiterst scherp mes zodat het dier geen pijn lijdt tijdens het slachten. Ze snijden in de hals. Daarna laten ze het bloed er uit lopen. In het vlees mag namelijk geen bloed zitten. Want bloed is een teken  van leven en dat mag niet genuttigd worden.

Zuivelproducten mogen ook niet met vleesproducten gecombineerd worden. Orthodoxe joden zijn soms zo streng dat ze een gescheiden keuken voor vlees en andere producten.

Op producten staat soms ook de letters O.R.T. Dit is de afkorting voor ‘Onder Rabbinaal Toezicht’. Dit betekend dat bepaalde producten onder toezicht van een rabbi bereidt en verpakt zijn.